Het verhaal dat je hier zult lezen wilde ik al langer schrijven, maar het kwam er nooit van. Nu, in 2025 - het jaar dat ik 50 word en mijn kinderen groot zijn geworden - is het tijd dit wel te doen. Ik neem je daarom graag even mee terug in de tijd naar de werkelijke start van dit boek. En dus naar 22 augustus 2016 als ik in het vliegtuig zit op weg naar huis vanaf de zomerspelen in Rio de Janeiro.
Al met al hebben we als Nederland best weer een mooi aantal medailles gehaald op de spelen. Acht keer goud, zeven keer zilver en vier keer brons. Elfde in het landenklassement: zeker niet slecht voor een land zo groot als het onze. En toch zit ik met een vervelend gevoel. Ik weet niet precies wat het is. Een gevoel van teleurstelling? Nee, geen teleurstelling. Het zit dieper. En naarmate ik er langer bij stil sta merk ik dat ik mezelf steeds drukker zit te maken. Ik ben boos. De Spelen waren helemaal niet goed voor Nederland. Omdat er iets niet klopt. Omdat er iets serieus mis is en ik voel het wel maar kan mijn vinger er niet goed op leggen.
Wel weet ik dat het alles te maken heeft met die teenslippers die ik maar niet los kan laten. Die teenslippers die de topsporters niet mogen dragen. Wat? We gaan naar de Copa Cabana en je mag geen teenslippers meenemen.
Ook heeft het te maken met het verbod voor atleten om bij de openingsceremonie aanwezig te zijn als ze in de dagen daarna moeten sporten. Het heeft te maken met het medailleprotocol. En met TeamNL waarin iedereen in eenzelfde trainingspak moet lopen, maar in het vliegtuig niemand elkaar opzoekt en de verliezers terug naar huis worden gestuurd op de losersvlucht.
Een karikatuur van zichzelf
Het is het Holland Heineken Huis dat ooit bedoeld was als een ontmoetingsplek voor sporters onderling, hun familieleden en de fans om samen de winst te vieren en het verlies te delen. Het was magisch… Ik weet nog goed hoe ik er na mijn val en gebroken schouder op de Spelen van ‘98 in Nagano twee weken lang heb rondgelopen. Hoe ik daar de toenmalige prins Willem-Alexander elke avond tegenkwam en hoe Erica Terpstra ons haar kaartjes gaf om de Olympische Spelen volop te kunnen beleven.
Hoe ik daar met vrienden regelmatig hartstikke dronken werd en bij de stand van Randstad een vriendinnetje kreeg voor die paar weken daar in dat Holland Heineken Huis. Het was dé plek om te zijn, dé plek om het Olympische Spelen virus te voelen en de plek om nog weer een stukje meer Nederlander te zijn.
In de jaren daarna heb ik het van dichtbij uit zien groeien tot een karikatuur van zichzelf. Tot er in Londen 6000 mensen waren, of er nu in Rio iedere dag 4000 Brazilianen in het HHH waren. Ze komen af op de naam en faam zoals die is ontstaan en op de steeds grotere artiesten die worden ingevlogen. Maar ondertussen is er is geen sporter meer te bekennen en zijn de medaillemomenten voor die Brazilianen maar een vervelende onderbreking van het feest. De omzet is hoger dan ooit, maar die magie is weg.
En dan valt het kwartje! Dat is het! Dat is waarom ik boos ben! Alles wordt dichtgeorganiseerd, alles gaat over meer geld en nog groter, het gaat over zichtbare maar oppervlakkige vormen en resultaten. Maar waar is de magie?